Een tijdje geleden heb ik mijn zolder opgeruimd. Ik baande mij een weg door dozen met boeken, foto’s, kerstaccessoires, woonspulletjes, brieven, kaarten, etc. Kortom, spullen waarvan een mens vaak te veel heeft en die men te lang bewaart. Het was een stuk leuker dan ik dacht. Het was net alsof ik elke keer een stukje verleden vast pakte en er heel even met mijn gedachten door heen ging. Bij sommige spullen kreeg ik meteen een glimlach op mijn gezicht en was ik blij. Bij andere spullen voelde ik mij minder goed omdat het mij herinnerde aan een minder leuke periode. Dat is vast de reden dat mensen liever niet wroeten in die oude spullen, bedacht ik. Er zijn immers allerlei emoties en herinneringen aan gekoppeld.
Toen ik dit ‘proces’ eenmaal door had, ging ik er enthousiast mee verder: bij alles wat ook maar enige emotionele waarde had deed ik heel even mijn ogen dicht en voelde ik wat voor gevoel ik kreeg van het voorwerp. Als het een goed gevoel was, dan deed ik verder niets. Behalve glimlachen natuurlijk en mij die leuke herinneringen nog eens herinneren. Als het een wat minder leuk gevoel was, dan hield ik mijn ogen dicht en bleef even stil staan bij dat (nare) gevoel. Ik realiseerde mij dan dat ik niet langer die persoon was van die herinnering. Omdat ik inmiddels veranderd ben en dat die nare periode gelukkig achter mij ligt.
Het mooie van het verleden is immers dat het voorbij is.
Daarna gooide ik het voorwerp bij de rest van het afval, zodat ik er nu voorgoed afscheid van kan nemen. Met het opruimen werd zo de zolder niet alleen leger, ook ik ging me lichter voelen.
Inderdaad, het zolder opruimen duurt zo wel langer, maar het is de moeite waard!